Radiësthesie in geschiedenis en wetenschap

Aardstralen/wateraders zijn reeds eeuwen door de mens een gekend natuurlijk fenomeen, waar in heel veel culturen rekening mee wordt gehouden ter verkoming en herstelling van heel wat ziektebeelden.

De toepassing van radiësthesie is reeds heel oud. Het woord is afgeleid van het Latijn (radius = straal) en het Grieks (aisthesis = waarnemen).

Het vermogen om stralen waar te nemen werd vroeger als een natuurlijk vermogen beschouwd. Het is een aangeboren gevoeligheid die mits de juiste principes maar vooral door heel veel ervaring vervolmaakt wordt.

Uit verschillende geschiedkundige bronnen zijn aanwijzingen te vinden dat oude beschavingen zoals de Griekse, Egyptische, Romeinse en Chinese gebruik maakten van de wichelroede.

In China werd reeds 3 000 jaar geleden en tot op heden beroep gedaan op een pendelaar voordat een woning gebouwd wordt. De Chinezen noemden de lijnen van aardstralen "Aders der Draken".

De Romeinen gebruikten schapen die in een bepaald gebied te grazen werden gezet voor er een nederzetting kwam. Na een bepaalde periode werden de schapen geslacht en onderzocht op afwijkingen in hun organen. Wanneer er bij het merendeel eenzelfde afwijking werd gevonden werd op die plek niet gebouwd.

De vroegste vondsten van het gebruik van wichelroeden heeft men teruggevonden bij 8 000 jaar oude rotstekeningen in Afrika.
In Mesopotamië ontdekte men een beeldje waarop een priester te zien was die een wichelroede vasthield. Het beeldje is te bewonderen in een museum te Aleppo en dateert van 1300 voor Christus.

gravure Jacques Aymara (1692)

De eerste uitvoerige beschrijving in boeken dateert van 1556. Hoofdzakelijk werd toen de wichelroede gebruikt op zoek naar ertsen en water. In 1693 beschreef de Franse wichelroedeloper Jacques Aymara de aardstralen als "schadelijke uitwasemingen der aarde".

Het meest opmerkelijk onderzoek op dit gebied werd geleverd door de Duitse natuurkundige Von Pohh in 1929 die een onderzoek instelde naar het verband tussen aardstralen en kanker. Hij onderzocht het volledige dorp Vilsbiburg en bracht alles in kaart. Uit statistieken van het dorp constateerde men achteraf dat bijna alle kankergevallen voorkwamen in woningen op een bestraalde zone.

Dr. S.W. Tromp, adviseur van de afdeling natuurwetenschappen van de UNESCO te Parijs, durfde in 1950 als eerste een wetenschappelijke benadering van het wichelroedefenomeen geven.

De Italiaanse arts Dr. Gori uit Veerona schreef in het jaar 1938: "Bij onderzoek vond ik dat in alle gevallen van kanker, de patiënt jarenlang boven een sterke aardstraal verbleef." Zelf vind ik dat veel chronische ziektes mede een oorzaak vinden in aardstralen in samenhang met andere factoren uiteraard. Er is alle reden om de factor aardstralen niet als "daar geloof ik niet in" aan de kant te schuiven. Uit onderzoek dat naar aardstralen is verricht blijkt dat de negatieve invloed zeer vernietigend kan zijn. Gelukkig krijgen steeds meer mensen in de gaten dat we ons hier kunnen tegen beschermen. Tot zover dit citaat.

Een Poolse professor Dr. Szoskiwecz die kankerpatiënten behandelt geeft iedere patiënt die hij behandelt advies zijn huis te laten onderzoeken door een wichelroedeloper. Dit omdat tot op heden nog steeds geen instrument gevonden is die aardstralen lokaliseert.

Geraadpleegde literatuur:
- "Dodelijke stralen, uw bed kan u doden", ACH. DESBUQUOIT
- "Energievelden en Leylijnen in Vlaanderen", COIS GEYSEN